Powered By Blogger

vrijdag 18 november 2011

Taak 7

Hoe zou ik onze sessies evalueren?

1.    Ik zou enkele foto’s laten zien (zoals in onze eerste sessie) en de leerlingen daar hun mening laten over vertellen. De vraag zou zijn: Waarom vind je de onderstaande foto’s goede/slechte voorbeelden voor een godsdienstleerkracht.








 







































Je kan de student evalueren a.d.h.v. zijn persoonlijke motivatie, is de motivatie correct, is dit de visie van een goede godsdienstleerkracht?

2.   Als godsdienstleerkracht moet je beloven dat je achter het Christelijk geloven staat. Hoe zou je dat tegen over je leerlingen motiveren, als zij je vragen wat je van al die uitspraken over de kerk vindt?

Een goede godsdienstleerkracht zou niet weglopen als een leerling een moeilijk vraag stelt. Als leerkracht moet je proberen om je leerlingen zo goed mogelijk te antwoorden en niet weg te lopen van een vraag. Bv. door gewoon verder te doen met je les. Je moet de vraag aanpakken, ik zou er een klasgesprek van maken. Ik zou hun zelf laten vertellen wat ze ervan vinden, welke uitspraken stoort hun bv. het meest. Hoe zouden we dat samen kunnen plaatsen in het heden, in Bijbelse verhalen en als klas. Ik zou als groep opzoek gaan naar antwoorden omtrent moeilijk onderwerpen. Bv. hoe geloven in een tijd waar de kerk door het slijk gehaald word. In een tijd waar mensen zich laten ontdopen.
Ook hier zou ik met mijn klas opzoek gaan naar hoe we dit moeten plaatsen.

3.   Geef een voorbeeld hoe je dit schooljaar als godsdienstleerkracht hebt gewerkt zoals Mark en zoals Thea? Hoe ben je geĆ«volueerd?

Bv. in het begin van het schooljaar was ik nog te veel doelgericht, ik wou mijn leerlingen bij het handje nemen en zeggen “godsdienst is interessant, kijk, kijk dan toch”. Ik wou hun maar alles vertellen, verhalen en de verbanden aan hun geven.
Nu werk ik meer rond hun menig, ik geef hun een tekst of film en ik laat hun eerst zelf zoeken naar wat dit voor hun betekent. En dan bespreken we dit klassikaal, waarom vind je dat zo, enz…
(dit zou mijn antwoord zijn, maar dan gezien van vorig jaar in het instroomjaar, naar nu in 1 BALER na mijn eerste les moment van dinsdag).

  1. Je kan de leerlingen een stuk uit een handboek geven en vragen of ze dit zouden willen herwerken. Wat zouden ze met de leerstof doen, hoe zouden ze het brengen.









maandag 14 november 2011

Tekst 3 Mijn man


Mijn man, mijn zielsverwant, de liefde van mijn leven.

We hebben zoveel meegemaakt, zoveel samen gedaan. Jij en ik, wij waren 1.

Kijk onze prachtige kinderen en onze prachtige kleinkinderen, zijn ze niet mooie?
Dat hebben wij toch goed gedaan, we hebben moeilijke tijden doorstaan, we hebben van alles meegemaakt en nog waren we samen.

50 jaar waren we getrouwd, 50 gelukkige, maar ook minder gelukkige jaren. We hebben hard gewerkt. Maar het is ons toch mooi gelukt, het leven samen niet?

Nu moet ik alleen verder, het huis lijkt zo leeg zonder jou. Naar de winkel gaan is niet meer hetzelfde. Alles lijkt zo leeg, zo donker zonder jou.

Ik weet dat de kinderen proberen om zoveel mogelijk bij me te zijn, mij het huis uit te nemen. Maar het is net niet hetzelfde, ik ben hen wel heel dankbaar.

Maar ik mis je nog zo. Het was Allerheiligen, de eerste keer zonder jou, de eerste keer dat ik bloemen bij jou graf moest leggen, het leek zo vreemd, zo verkeerd. Waarom moest jij nu niet gaan, waarom? Waarom kon je nu niet nog eventjes blijven? Er is nog zoveel wat we samen moesten doen.

Hoe moet ik alles voor de eerste keer zonder jou doen? En dan telkens als ik me die vragen stel is het alsof ik niet meer alleen ben, alsof je mij eventjes laat weten dat het ok is. Dat ik niet alleen ben en dan kan ik de wereld weer aan.

Ik mis je nog, maar het gaat elke dag beter en beter. Maar vergeten zal ik je nooit, dat kan ook niet en dat wil ik ook niet.

Ik hou van je voor altijd.
Je vrouwtje

Tekst 2 Dag vriendin

Dag vriendin van me,

Als ik je zie, prachtpersoon die je bent, vind ik het zo erg dat je hebt meegemaakt wat je moest meemaken.

Je kind verliezen is het ergste wat er is. Ik zit hier met mijn baby’tje en jij, jij hebt je zoontje moeten afgeven.

Ik voel me zo machteloos. Ik weet niet wat ik voor je kan doen, het enige is luisteren naar je als je me nodig hebt. Maar wat kan ik je antwoorden, wat kan ik zeggen? Niets kan het goedmaken, niets kan je pijn wegnemen.

We hielpen elkaar altijd zo, we waren er steeds voor elkaar. Nu is dat het enige wat ik voor je kan doen. Ik sta machteloos te kijken aan de zijlijn, terwijl jij zo veel pijn en verdriet meemaakt.

Ik wou dat ik meer voor je kon doen.

Groetjes je beste vriendin.

                                                                                                                                            

Liefste beste vriendin,

Het is hard, ik mis mijn ventje telkens weer. Ook al was hij maar 3 maanden in mijn leven, het waren 3 kostbare maanden. Maanden die ik voor niets of niemand zou willen afstaan. Hij was zo mooi, zo perfect, een echt zonnestraaltje in de duisternis.

Die laatste avond heeft hij nog zo naar mij gelachen, we hebben zo geknuffeld. Hij maakte mijn wereld kompleet. En toen, toen sloeg het noodlot toe. Hij lag daar en ik kon niets doen. De hulpdiensten hebben alles geprobeerd maar niets, hij was weg. In een ogenblik stortte mijn hele wereld in. Het voelde zo leeg, de leegte is er nu nog steeds, maar je leert ermee leven.

Het is wel hard als ik nu zoveel jaar later al die mama’s in ons dorp al die speciale dingen met kinderen zie doen. Zeker als die kinderen mijn ventje zijn leeftijd hebben die hij nu zou hebben.

Zijn eerste communie, zijn eerste schooldag in de kleuterklas, zijn eerste dag in het eerste leerjaar, zijn eerste stapjes, zijn eerste tandjes. Dat maakt het terug zo moeilijk. En dan denk ik aan al die dingen die nog moeten komen: zijn eerste liefje, zijn eerste liefdesverdriet, zijn rijbewijs gaan halen, noem maar op nog zoveel eerste dit en dat.

Maar ik troost me nu, met het gedacht dat ook al was zijn leven zo kort, hij toch iets betekend heeft. Ik weet dat mensen mij hard vonden toen ik dadelijk kon beslissen om hem als donor op te geven. Maar jij veroordeelde mij niet, jij begreep me ook al zei je niet veel. Jij liet mij weten dat ik goed gedaan had. Ik vraag me soms af wat voor impact zijn leventje had op die levens die hij heeft kunnen redden. Wat doen die kinderen nu, maken die hun eerste momenten samen met hun mama mee? En dat is mijn troost.

Ook de momenten die ik met hem had, zijn nog zo levendig in mijn hoofd, alsof het gisteren was.

Weten dat hij nu bij zijn grootvader rust, dat hij niet alleen is, dat troost mij ook. Dat ik zijn laatste slaaptijd heb mogen doen. Ik heb hem zijn dekentje meegegeven, zijn warmste kleren aangedaan, zijn knuffeltje en zijn tutje had hij ook mee. Ik weet dat hij niet alleen is en ik weet dat hij niets te kort komt. Dat is een troost, zijn lachje op zijn gezicht liet mij weten dat hij gelukkig was. Dat hij blij was met zijn mama en zijn mama is nog steeds blij met hem.

Ik zal altijd van hem houden en ik zal hem nooit vergeten. Elke dag denk ik nog aan hem en elke dag troost hij mij nog. Hoe raar het ook klinkt, maar mijn herinneringen aan hem doen het lijken alsof hij een beetje nog bij me is.

Ik zeg hem ook nog steeds dat ik van hem hou en dat ik enorm fier ben op hem en om zijn mama te zijn. Mijn klein ventje.

Mijn sterretje in de hemel waar ik elke avond naar kijk en welterusten tegen zeg, dat is hij nu. Onbereikbaar, maar oh zo dichtbij, ik hou van je ventje van mij.

Bedankt vriendin dat je er bent voor me, ook al vind je niet dat het genoeg is. Het is meer dan je denkt. Alleen al de gedachten dat hij niet vergeten is, dat is al genoeg voor mij.

Groetjes
Je beste vriendin


Tekst 1 Liefste Opa

Liefste Opa,

Elke zomervakantie zag ik je weer, ik keek er telkens zo naar uit om je weer te zien. We waren 2 handen op 1 buik.

Ik dacht dat de zomervakanties maar zouden blijven komen, maar opeens was het voorbij, je was er niet meer.

Mijn zomervakanties zijn nu zo anders. Ik heb nooit echt afscheid van je kunnen nemen, telkens we nog naar mama haar familie komen dan is het vreemd zonder jou.

Het graf dat we bezoeken daar lig jij, maar voor mij lijkt het zo vreemd. Is dit het nu echt? Is dit de enige manier waarop ik je nog te zien krijg? Een steen met je naam erop?

Ik denk terug aan onze laatste zomer, iedereen was druk bezig met inpakken, we gingen vertrekken. Maar je riep me nog eventjes bij je. We hadden ons laatste gesprek, alleen wist ik dat toen niet, maar jij precies wel. Je vertelde mij over wat mama graag at toen ze klein was. Je vertelde mij dat ik altijd je baby zou zijn, want dat was je koosnaampje voor mij. Je vertelde mij dat je zo fier op me was.

Een laatste dikke knuffel en dat was dat. Gedaan, fini voor altijd?

Ik mis je elke dag nog zo, ik denk vaak aan je en vraag me af of je nog fier op me bent?
Zie je me? Zie je mijn kindjes? Zie je hoe mooi ze zijn? Hoe perfect? Zie ik ze nu gelijk jij mij zag?

Ik praat zo vaak met je en weet dat je me niet echt antwoord, maar het stelt me gerust. Het is toch alsof je luistert. Want na een gesprek komt er precies toch in de kleinste gebeurtenis een antwoord.

Ik mis je zo, mis jij mij ook?

Ik wist die laatste zomer echt niet dat het tijd was om afscheid te nemen. Het spijt me zo dat ik dat niet gedaan heb.

Je bent nog steeds mijn beste vriend

Veel liefs
Je kleinkind “Baby”