Powered By Blogger

zaterdag 3 december 2011

Opdracht 8: Herinneren, Erkennen, Herkennen


  1. Herinneren
  1. Erkennen
  1. Herkennen

Mijn dochtertje van 3,5 jaar wil graag van de Sint wat Moon Dough, de magische klei die nooit uitdroogt. Zo waren we eens bezig over hoe we volgens de Bijbel uit klei gemaakt zijn en hoe klei uitdroogt. Mijn dochtertje reageerde spontaan dat we zeker uit Moon Dough gemaakt waren want dat was de magische klei die niet uitdroogt. Toen ik dus in school met een medestudent over het scheppingsverhaal aan het praten was, had zij hier ook moeite mee, toen heb ik haar over mijn dochtertje haar Moon Dough theorie verteld.


Ik ben opgegroeid met ons scheppingsverhaal en dat was het volgens mijn opa, je mocht dat niet tegenspreken. Mijn vader echter die vond dat je het realistisch moest bekijken. De wetenschap heeft ten slotte bewijs, dat was zijn verdediging. En in school was het ook het scheppingsverhaal en geen antwoorden op mijn vragen. Dit heeft ook bijgedragen aan het feit dat ik eventjes mijn geloof ben kwijtgeraakt, ik wist op dit punt niet wat denken. En hoe meer ik ben gaan denken over het leven, hoe meer ik naar mijn eigen antwoord ben gekomen. Zoals mijn dochtertje met haar ‘Moon Dough’. Je aardsparadijs maak je zelf en God is er om je te inspireren en te helpen op je levensweg.


Voor mij heeft het scheppingsverhaal de betekenis dat wij nederig moeten zijn. We moeten niet denken dat we opperwezens zijn, dat we meer zijn dan de dieren rondom ons of je buur. We zijn allemaal uit dezelfde ‘klei’ gemaakt. En allemaal met evenveel liefde gemaakt. Daarvoor staat God voor mij, als iemand die iedereen lief heeft. En iedereen is welkom in de Hemel, mens en dier. Want daar kreeg ik het vroeger ook altijd van, mensen die zeiden dat dieren niet naar de Hemel gingen omdat het maar beesten zijn. Wij stammen toch wetenschappelijk ook af van de aap?

Mijn jongste dochter Emma krijgt haar tandjes en ze ziet er toch zo van af. En toch kan er nog een lachje vanaf als mama haar troost. Dat lachje maakt mijn dag, het is zo spontaan, er is geen bijbedoeling bij, het is gewoon echt, gemeend.


God zit ook voor mij in alles, zelfs het kleinste ding. Een lach van je kinderen en knuffel. De zonsopgang, al die mooie momenten in je leven, daar is voor mij God aanwezig, om je te laten zien dat je niet alleen bent. Dat hij nog van ons houd.
Als ik de verhalen uit het O.T. lees dan zie ik een God die heel veel geduld heeft. Een God die veel voor ons over heeft. Zoals bij Noach, hij ziet dat het slecht gaat op aarde en toch wil hij ons mensen nog en kans geven, hij ziet het goede in Noach hij geeft de hoop niet op. Hij lacht ons toe, Hij wil er voor ons zijn. We moeten hem alleen maar willen zien. Zoals sommige mensen in de Bijbel denken dat God hen verlaten heeft, maar je moet God willen zien, God in je hart toelaten.

Ik zie mijn dochtertjes zo snel groot worden, ik zie hoe ze gaan ballet dansen, kidsdance gaan doen en gaan zwemmen. Je ziet ze echt vooruit gaan en hoeveel  plezier ze er meestal in hebben. En dan denk ik aan mijn grootouders en dan vraag ik me af wat zij van mijn kinderen vinden. Wat zouden ze nu doen als ze nog hier waren. Ook denk ik dan aan mijn familie in Engeland die ik zo mis.

Met deze gedachten over mijn grootouders komt de grote vraag weer, is er leven na de dood? Waar ga je werkelijk naartoe als je sterft? Mijn hart zegt voor mij JA. Volgens mij gaan we ergens naartoe ergens waar het goed is, ergens waar geen pijn is en waar je God helpt. Waarom God helpen? Vroeger als klein meisje hing er een schilderij van een kindje met een engel op. Toen ik mijn vader vroeg wat dat was, verteld hij dat elk mens een beschermengel heeft en dat we deze niet zien maar deze is er altijd in je leven.
En als ik daar nu over nadenk, moet ik toch wel een heel goede beschermengel hebben. En dat troost me dat mijn dochters misschien mijn grootouders als beschermengel hebben en dat ze fier zijn op hun achterkleinkinderen.

God neemt ons na de dood bij hem. We mogen dan naar de Hemel, dit heb ik altijd in de lagere school geleerd. En dat is een gedachte van God die ik graag bij mij meeneem. Dat zoals toen Abraham zijn tijd kwam en toen Jezus zijn tijd was aangebroken dat God ons bij hem neemt. Jezus, heeft zijn lot aanvaard en is voor ons gestorven heeft gedaan wat zijn Vader van hem wou. Als God dat van zijn enige zoon verlangt dan denk ik toch dat er een mooie plaats voor ons is na dit leven.

Een kennis vertelde over zijn dochtertje (ze is 2 weken ouder dan Emma) en hoe het kindje met een spoedkeizersnede ter wereld moest gebracht worden omdat ze vast kwam te zitten tijdens de geboorte. Nu is Maud haar hoofdje een beetje plat vanachter en moeten er testen gedaan worden om te zien of de hersenen zich goed ontwikkelen. Maud zal hoogstwaarschijnlijk voor 4 maanden een helm moeten dragen om haar hoofdje de juiste vorm te geven. En dan zie ik dat kindje daar zitten, ze lacht, ze doet alles wat een gewoon kindje van haar leeftijd moet doen. Ze is zo een mooi kindje en toch moet ze zoveel meemaken. En dan denk ik aan Naomi mijn oudste dochter en wat zij op jonge leeftijd heeft moeten doorstaan. Ik begrijp Maud haar mama heel goed, wanneer ze zegt dat ze niet meer kan van de zenuwen, ik herken haar gevoelens heel goed. Het wachten op de testen en dan nog eens wacht op de resultaten, slopende dagen zijn dat, je kan precies mentaal niet verder.


Ik ken iemand die zegt dat God dit doet om ons te straffen, dat je het maar moet aannemen dat God het zo wil. Deze persoon zei dit ook tegen mijn beste vriendin toen ze haar zoontje verloor. “Na 2 miskramen en 1 wiegedood, zul je je er maar beter bij neerleggen, dat God het zo wil. God gunt je geen kinderen meer. Neem die hint nu maar mee en stop met kinderen”. Dit is de grootste onzin die ik ooit gehoord hebt. God is er voor ons, hij staat ons bij in de goede en de moeilijke momenten. In het leven hebben we gewoon obstakels die we moeten overwinnen en hoe we deze overwinnen daar trekken we onze levenslessen uit. Niet met de gedachte dat God ons straft.


Ik zie de God van het verhaal van Job. Job was een goede man die alles aannam wat het leven hem gaf en klaagde niet. Dus ook hier minder klagen en je leven verder zetten, met al zijn obstakels. Ook Mozes nam zijn plicht op hem en deed wat hij moest doen in het leven. God verlaat ons niet, hij is er wel. En wat zijn bedoelingen ook zijn, Hij heeft het beste met ons voor, alleen moeten wij dat willen zien. EN hem niet verwijten voor alles wat mis loopt.
Ik zie hier ook in wat Jezus ons wil bijbrengen. Het is niet omdat je anders bent dat God je niet lief heeft, dat God je straft. Jezus verzorgde de zieken, luisterde naar hen en hij ontliep ze niet. Hij liet hen zien dat God ook hun lief heeft. Dus anders zij is geen straf, geen zonde, God ziet ons allemaal even graag.

Ik denk aan de opleiding en hoe iedereen het zo veel vind, al die opdrachten en we weten niet hoe of wat. Of waar moet je beginnen. Mensen die stoppen, mensen die denken om er mee te stoppen. Ik weet van mezelf dat ik ook nog veel moet doen en veel op orde moet zetten. Ik vraag me ook vaak af hoe het mij allemaal gaat lukken. Hoe moet ik het allemaal doen?


Na de les nam ik ook deze 2 gedachten met mij mee.
Mag je boos worden?
















En de vergelijking van ons studenten met Mozes en Abraham.


Volgens mij mag je gerust boos worden, dat is een gevoel dat je hebt als mens, die emotie heeft God ons toch meegegeven toen Hij ons maakte. Waarom zou hij dit anders doen.










Abraham zie ik wel, wij zagen ook dat er iets moest veranderen in ons leven en hebben een andere weg genomen in ons leven.
Mozes, tja die nam zijn volk door de woestijn, hoe veel de Joden ook klaagden God bleef geduldig. En als ik mezelf met Mozes en zijn volk moet vergelijken. Dan zit ik momenteel toch nog midden in de woestijn en zie ik het beloofde land helemaal nog niet.


God, werd toch ook boos op Kaïn toen deze zijn broer Abel vermoorde. Hij gaf hem een teken zodat iedereen hem kon herkennen en weten wat hij gedaan had. God heeft hem niet gedood zoals Kaïn wou maar wel gestraft. Ook werd God boos op de mensen van Sodom en Gomorra, hij strafte hen toch. Hij verwoeste hun stad, hij liet 2 engelen afdalen om zijn werk te doen.

De God in de Bijbel laat de mensen door gevoel zien dat ze iets moeten doen, iets moeten veranderen. God dwingt ons niet, hij begeleidt ons. Hij heeft veel geduld met ons.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten