- Wie zijn goddelijke mensen voor jou, nu of in het verleden geweest?
Mijn grootvaders zijn goddelijke mensen voor mij, zij durfden hun leven op het spel zetten om andere mensen te helpen. Zij vochten in W.O. II en zij pronkten niet met wat ze bereikt hadden. Zij namen hun herinneringen met hen mee en probeerden anderen mensen aan het denken te zetten over hun daden. In harde tijden gingen zij mensen helpen, bekende of vreemde mensen het maakte niet uit.
Mijn ouders zijn goddelijke mensen voor mij, zij namen hun verantwoordelijkheid op en brachten mij groot. Zij probeerden zo goed mogelijk een goed mens van mij te maken. In moeilijke tijden zijn zij bij mij gebleven, toen ik ziek was hebben zij mij verzorgd, zij hebben de beste zorgen voor mij gezocht. Zij hebben altijd in mij geloofd en mij altijd gesteund. Zij hebben mij nooit afgeschreven, zij waren er telkens weer voor mij. Mijn vangnet, die mij ook wel op mijn fouten durfden te wijzen dat zijn zij voor mij. Een inspiratie.
Mijn vriendin, die zelfs door haar verlies heen haar leven zo goed mogelijk wil leiden voor haar ander zoontje. Die elke dag opstaat met het gemis van haar jongste zoontje. Die haar verantwoordelijkheid opneemt. Die andere ouders ondersteund in hun moeilijkste tijd, maar zich niet opdringt.
Mijn kinderen, onschuldig, zonder vooroordelen, zij geven iedereen een eerlijke kans. Zij kijken niet naar handicap, huidskleur, zij zien dat niet, een mens is een mens. Een kind is een kind. En iedereen verdient een kans. Zij nemen het leven zoals het komt, zij overwinnen hun obstakels. De glimlach die ze mij geven, de spontane knuffel, de onvoorwaardelijke liefde die ze geven, dat is goddelijk. Er zijn geen bijbedoelingen bij, het is voor hen een natuurlijk iets, je liefde tonen.
Mensen die hun vrije tijd opofferen om anderen te helpen. Vrijwilligers die in het ziekenhuis mensen een hart onder de riem gaan steken. Die kinderen opfleuren. Die speelgoed inzamelen voor kinderen die anders niets hebben. Mensen die durven opkomen voor de zwakkeren onder ons, die zijn goddelijk.
- Wie of wat heeft mij opgeroepen om goddelijk te zijn voor een ander?
Mijn dochters roepen mij op om goddelijk te zijn, ik ben verantwoordelijk om hen een goede opvoeding te geven. Ik moet hen beschermen, dingen leren, zoals geven en vergeven. Ik moet een voorbeeld voor hen zijn. Hen helpen wanneer zij in nood zijn. Ik zou alles voor hen doen, zelfs mijn leven voor hen geven.
Mijn opvoeding roept mij op om goddelijk te zijn, mijn ouders hebben mij geleerd respect voor anderen te hebben. Hen te helpen in tijden van nood. Er zijn voor mensen die mij nodig hebben en er niets voor terug vragen.
De Bijbel roept mij op om goddelijk te zijn. De Bijbel is voor mij een grote steun in moeilijke momenten, maar ook een inspiratie bron. Met al zijn verhalen en als je een verhaal nu leest en je leest het zeg zo een paar weken later nog eens dan heeft dat verhaal een heel andere betekenis. En al deze verhalen, de sterkte van al deze verhalen, de inspiratie in al deze verhalen, roepen mij op om goddelijk te zijn.
Een innerlijk gevoel roept mij ook om een mens te helpen en er niets voor terug te vragen.
Maar eigenlijk noem ik dit niet goddelijk zijn, voor mij is dit gewoon het leven. Je helpt mensen als ze je nodig hebben, je staat klaar voor je vrienden en familie. Het zijn dingen die je spontaan doet om mensen te helpen, dat is goddelijk zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten