Powered By Blogger

woensdag 7 december 2011

Goddelijk zijn


-          Wie zijn goddelijke mensen voor jou, nu of in het verleden geweest?

Mijn grootvaders zijn goddelijke mensen voor mij, zij durfden hun leven op het spel zetten om andere mensen te helpen. Zij vochten in W.O. II en zij pronkten niet met wat ze bereikt hadden. Zij namen hun herinneringen met hen mee en probeerden anderen mensen aan het denken te zetten over hun daden. In harde tijden gingen zij mensen helpen, bekende of vreemde mensen het maakte niet uit.

Mijn ouders zijn goddelijke mensen voor mij, zij namen hun verantwoordelijkheid op en brachten mij groot. Zij probeerden zo goed mogelijk een goed mens van mij te maken. In moeilijke tijden zijn zij bij mij gebleven, toen ik ziek was hebben zij mij verzorgd, zij hebben de beste zorgen voor mij gezocht. Zij hebben altijd in mij geloofd en mij altijd gesteund. Zij hebben mij nooit afgeschreven, zij waren er telkens weer voor mij. Mijn vangnet, die mij ook wel op mijn fouten durfden te wijzen dat zijn zij voor mij. Een inspiratie.

Mijn vriendin, die zelfs door haar verlies heen haar leven zo goed mogelijk wil leiden voor haar ander zoontje. Die elke dag opstaat met het gemis van haar jongste zoontje. Die haar verantwoordelijkheid opneemt. Die andere ouders ondersteund in hun moeilijkste tijd, maar zich niet opdringt.

Mijn kinderen, onschuldig, zonder vooroordelen, zij geven iedereen een eerlijke kans. Zij kijken niet naar handicap, huidskleur, zij zien dat niet, een mens is een mens. Een kind is een kind. En iedereen verdient een kans. Zij nemen het leven zoals het komt, zij overwinnen hun obstakels. De glimlach die ze mij geven, de spontane knuffel, de onvoorwaardelijke liefde die ze geven, dat is goddelijk. Er zijn geen bijbedoelingen bij, het is voor hen een natuurlijk iets, je liefde tonen.

Mensen die hun vrije tijd opofferen om anderen te helpen. Vrijwilligers die in het ziekenhuis mensen een hart onder de riem gaan steken. Die kinderen opfleuren. Die speelgoed inzamelen voor kinderen die anders niets hebben. Mensen die durven opkomen voor de zwakkeren onder ons, die zijn goddelijk.

 
-          Wie of wat heeft mij opgeroepen om goddelijk te zijn voor een ander?

Mijn dochters roepen mij op om goddelijk te zijn, ik ben verantwoordelijk om hen een goede opvoeding te geven. Ik moet hen beschermen, dingen leren, zoals geven en vergeven. Ik moet een voorbeeld voor hen zijn. Hen helpen wanneer zij in nood zijn. Ik zou alles voor hen doen, zelfs mijn leven voor hen geven.

Mijn opvoeding roept mij op om goddelijk te zijn, mijn ouders hebben mij geleerd respect voor anderen te hebben. Hen te helpen in tijden van nood. Er zijn voor mensen die mij nodig hebben en er niets voor terug vragen.

De Bijbel roept mij op om goddelijk te zijn. De Bijbel is voor mij een grote steun in moeilijke momenten, maar ook een inspiratie bron. Met al zijn verhalen en als je een verhaal nu leest en je leest het zeg zo een paar weken later nog eens dan heeft dat verhaal een heel andere betekenis. En al deze verhalen, de sterkte van al deze verhalen, de inspiratie in al deze verhalen, roepen mij op om goddelijk te zijn.

Een innerlijk gevoel roept mij ook om een mens te helpen en er niets voor terug te vragen.

Maar eigenlijk noem ik dit niet goddelijk zijn, voor mij is dit gewoon het leven. Je helpt mensen als ze je nodig hebben, je staat klaar voor je vrienden en familie. Het zijn dingen die je spontaan doet om mensen te helpen, dat is goddelijk zijn.




zondag 4 december 2011

Les Godsdienst 06/12/2011


Les Godsdienst 06/12/2011

Begin tekst verhaal over Jaeson Ma

We bekijken de videoclip van Jaeson Ma
D.m.v. een klasgesprek gaan we verder met het verhaal van J.M. en zij videoclip.
Wat zag je? Wat sprak je aan? Wat was het wonder volgens jou? Hoe zie je jij een wonder? Zou jij doen wat J.M. in zijn songteksten zingt?  Enz…

We besprek enkele wonderen die in de Bijbel staan, bv. Sarah die een kind op hoge leeftijd krijgt, Jezus die over het water loopt, wat vinden de leerlingen hiervan. Welke betekenis halen zij uit deze teksten?

Het 2de deel van de les gaan we het examen bespreken.

Mijn werkplekleren tot nu toe 29/11/2011


Vorige week hebben we ons hoofdstuk van wonde naar wonder afgesloten. Ik had ervoor gezorgd dat het stukje over Susan Boyle aanwezig was. Dat beeld blijft me raken, hoe ze opkomt en iedereen met haar lacht. Hoe ze toch doorzet en iedereen verrast. Hoe vooroordelen toch zo verkeerd kunnen zijn. Een pracht van een voorbeeld dat dromen kunnen uitkomen, dat je niet op uiterlijk moet afgaan.

De leerlingen vonden het stukje goed, ze moesten in het begin ook lachen, maar eens ze begon te zingen waren ze stil. Het laat de leerlingen zien dat als ze iets echt willen ze ervoor moeten gaan. En dat je nooit te oud bent om je droom te verwezenlijken.

De leerkracht en ik hebben het ook over het examen gehad. Ik moet haar 2 vragen over mijn teksten doorgeven en een woordzoeker maken. We hebben het hele examen overlopen, het is heel gevarieerd, we beginnen met een woordzoeker, dan een tekst met vragen. Er is natuurlijk een stukje kennis bij en inzicht. En als laatste moeten ze een stukje in het Vademecum werken.

Ik ben benieuwd hoe het gaat zijn, hun examen.

Nu nog 2 vragen vinden. Wat ik wel gemerkt hebt, vorige week mocht ik een toets geven over mijn les, de leerlingen hebben toch wel wat moeite om hun eigen mening te geven. Ze kunnen me de teksten perfect zeggen en wat we besproken hebben komt er ook vlot uit. Maar een eigen mening geven, dat gaat de meeste toch niet zo goed af. En toch telt hun mening in het leven. Dus daar gaan we aan moeten werken.

Ook ik heb werk, ik mocht de toetsen verbeteren, maar ik zocht naar punten, naar een juist antwoord. Ik moet durven streng zijn en slechte punten horen er soms ook bij. Ik help mijn leerlingen niet door punten te zoeken zodat ze toch nog goed scoren. Mijn vakleerkracht heeft me hier goed mee begeleid, ze heeft uitgelegd waarom een antwoord goed was of minder was.
Ik kan nog veel van haar leren.

zaterdag 3 december 2011

Lesvoorbereiding les 15 november 2011





Het zich voorbereiden op de praktijk in de KHLim Next lerarenopleiding






  • Rekening houden met de beginsituatie
  • Doelgericht werken
  • Doordacht selecteren van inhouden en methode
  • Evalueren
  • Integreren van de betrokkenheidsverhogende factoren



Het mentaal en schriftelijk voorbereiden van een activiteit /les is iets anders dan het invullen van een lesvoorbereidingsformulier. Het betekent dat je in staat bent om te overdenken wat je wil doen met je leerlingen, waarom je dat wil en hoe je dat het best doet en dat allemaal in functie van het leren van de leerlingen. Je voorbereiden betekent ook dat je voor jezelf een leerdoel (Wat wil ik oefenen?)  formuleert zodat een les voorbereiden en geven niet alleen iets betekent voor de leerlingen maar ook voor jou. Begeleider zijn van leer-en ontwikkelingsprocessen omvat naast de voorbereiding van een activiteit de voortdurende bijsturing ervan.  Kijken naar betrokkenheid en welbevinden en naar het effect van het leren, moeten uitgangspunt zijn van dagelijkse reflectie.  In het lager en het secundair onderwijs wordt vaak gewerkt met handboeken met een docentenhandleiding.  Dit is handig bij het voorbereiden maar houdt een risico in. Auteurs van handboeken kunnen namelijk geen rekening houden met de specifieke beginsituatie van de leerlingen maar ook niet met de specifieke leeromgeving die gemaakt wordt door zowel de leerlingen als de leerkracht. Het volgen van een handboek moet voor leerkrachten een extra stimulans zijn om het leerproces van al hun leerlingen extra goed op te volgen en waar nodig bij te sturen.  Het bestaan van een handboek mag nooit een excuus zijn om de betrokkenheid van  leerlingen niet als richtsnoer voor kwaliteitsvol leren te nemen.

Op volgende bladzijde vind je een voorbeeldformulier. Dit moet je niet gebruiken maar het kan richtinggevend zijn bij het maken van een lesvoorbereiding.









Naam student: Sandy Vanlangenaker                                  datum: 15/11/2011

School: Campus Plinius KTA II Tongeren                              uur: 1ste en 2de lesuur

Klas:   3 TSO                                                                        thema/lessenreeks: een en al
                                                                                                                               gebrokenheid


Activiteit:

we werken rond het thema “een en al gebrokenheid” (handboek Meander 3). In deze les wil ik een combinatie van de opdrachten in het handboek combineren met een kortfilmje en wat muziek. Ook a.d.h.v. zelf geschreven teksten moeten de leerlingen proberen alles zien te verbinden met elkaar. Hoe gaan we om met gebrokenheid, verlies, de dood en mensen helpen.


Beginsituatie van de leerlingen

De leerlingen werken in het algemeen heel goed mee. Maar toch heb ik tijdens de vorige lessen gemerkt dat de leerlingen iets missen. We werkten vooral met het handboek, waarin veel teksten verwerkt zijn en opdrachten a.d.h.v. deze teksten. De leerlingen moeten weinig zelf redeneren. Ik hoop d.m.v. van deze les hun denkproces op gang te brengen, om zo hen te leren hun eigen mening over te brengen / te verwoorden.


Doelen

Concreet doel: wat heb ik voor met deze activiteit? Wat wil ik dat de leerlingen leren?

Ik hoop d.m.v. van deze les hun denkproces op gang te brengen, om zo hen te leren hun eigen mening over te brengen / te verwoorden.


Algemeen doel: ik situeer het concrete doel binnen het leerplan of ontwikkelingsplan

5.5.2 Bronnen van leven
5. dragende levenservaringen aangeven en verwoorden





Inhoud en methode

De leerlingen werken voor een gedeelte in hun handboek (theorie), we bekijken een kortfilm (visualisatie), luisteren naar verschillende verhalen (teksten lezen) en bespreken dit alles in een klasgesprek.

Tijd
Leerinhoud en doelen
Onderwijsleeractiviteiten/werkvormen

Instructie/interventies ifv leeractiviteiten

 Evaluatie &   aandachtspunten
Aanknoping
(zie beginsituatie)







Kern




















Afronding













5.5.2
5
(doelen lp godsdienst)
De leerlingen leren hun menig verwoorden

Agenda invullen + toets volgende week








Klasgesprek
Visualisatieprincipe
Teksten lezen
Handboek Meander 3

a.d.h.v. teksten, een kortfilm en de opdrachten in ons handboek, bespreken het leven en de dood.
De leerlingen leren tijdens deze les, nadenken over hun visie op dit thema. Ze leren ook verwoorden wat ze van anderen hun verhaal vinden. We gaan de verschillende verhalen ook trachten te verbinden en ook hier een eigen mening over vormen/verwoorden.





Een kleine vraagronde over de geziene leerstof. Zijn er nog vragen.





Ervoor zorgen dat de leerlingen hun agenda werkelijk invullen en dadelijk nemen, zodat de lestijd gerespecteerd word.


Tijdens het klasgesprek, de leerlingen genoeg ruimte te laten om hun zeg te doen. Iedereen aan het woord laten. Maar ook weten wanneer een gesprek te beëindigen zodat de les kan verder gaan.








A.d.h.v. van deze afsluit ronde polsen of de leerlingen de leerstof begrepen hebben, hoe verwoorden ze hun eigen menig?


 

Materiaal ( inclusief gebruikte handboeken)


Handboek Meander 3
Kortfilm “One life”
Zelfgeschreven teksten
Bijbel “Het grote avontuur van God en mens”, Marcus 15, 16-47 “Jezus gaat dood”


Bordschema (eventueel transparanten of powerpoint) kan uiteraard ook in bijlage



Agenda: Thema een en al gebrokenheid
               22/11 Toets


Organisatie (eventueel klasschikking) kan uiteraard ook in bijlage

Dit is een gewoon theorie lokaal met alle banken achter elkaar.



Reflectie

Als ik terugblik op mijn activiteit..
Over het algemeen ben ik zeer tevreden over deze les. Ik was heel zenuwachtig, maar mijn zelfvertrouwen is sinds vorig jaar enorm vooruit gegaan.
Ik moet er wel op letten om niet te veel leerstof in mijn tijd te willen inplannen.

 

 

Focus op de leerkracht


Þ      Wat was sterk?
Mijn verhalen, de structuur van de les.


Þ      Wat was zwak?
Tijd, ik moet mijn tijd in het oog houden en niet te veel leerstof willen zien.


en waar had dat mee te maken?
Er was een groepje die niet gewerkt had, ze praten liever met elkaar dan te werken. Dit heb ik opgelost doordat ik kordater ben geworden sinds vorige jaar.

 


Wat wilde ik oefenen? 
Iets strenger overkomen, mijn stemgebruik.


Hoe is dit gegaan?
Goed over het algemeen zeer tevreden over de les.


Focus op de kinderen

Was er betrokkenheid? Bij wie wel/ niet ?
Hoe was het welbevinden?

Er was een groepje dat niet wou werken, ik heb kordaat opgetreden en heb hen voor de klas gevraagd hoe hun tekst was en wat hun mening was. Zij konden niet antwoorden, mijn antwoord was “had je je taak gemaakt dan wist je dat nu” en een andere leerling heeft de leerstof mooi verwoord.





Wat hebben kinderen/jongeren geleerd? Ging het hier om fundamenteel leren (competenties)?

De leerlingen hebben zelf leren nadenken over het leven en hoe andere mensen hier naar kijken. Zij hebben dit in hun eigen woorden verteld. Ik wou dat ze zelf hun mening konden overbrengen en dat is hen goed gelukt.


Hoe verklaar ik het slagen / niet slagen van de les? ( ARTES-model)

Ik heb de leerlingen heel veel bij de les betrokken (leerlingeninitiatief).
Er was voldoende afwisseling tijdens deze les (activiteit).


Welke verbetertips / handelingsalternatieven formuleer je voor jezelf?

Een beter stemgebruik (nabije werkelijkheid)