Powered By Blogger

vrijdag 15 juni 2012

Het scheppingsgeloof, wat betekent dat nu voor mij?



Tijdens mijn stage had ik het er nog over met mijn leerlingen. Zij hadden er moeite mee om het scheppingsverhaal te plaatsen. Dat had ik vroeger ook. Ze geloofden er niet in, “hoe kan een mens nu uit klei gemaakt zijn, kijk het is warm en ik smelt toch niet” of “dat Eva uit Adam gemaakt is, dat kan niet. Dan moeten alle vrouwen van een man komen en dat is toch niet zo”, “Zijn wij vrouwen dan minder dan de mannen?”. “Ik geloof daar allemaal niet in, wij komen van de apen en wij zijn gemaakt van verschillende cellen”.

Allemaal heel goeie argumenten, ik stelde mij vroeger ook veel vragen bij deze verhalen. Hoe moest ik daar nu in geloven als een andere leerkracht het had over de aap en de evolutie van de mens. Ik kreeg geen antwoorden op mijn vragen, dus liet ik het scheppingsverhaal vaak links liggen. Door de jaren heen en vooral de laatste paar jaren heb ik geleerd hoe ik naar de Bijbelse verhalen moet kijken. Dus besloot ik als leerkracht wel de uitdaging aan te gaan i.v.m. onze scheppingsverhalen.

Ik had deze uitdaging nooit aangekund als ik mijn geloof niet eerst zelf onder handen had genomen. Dat had ik gelukkig dit jaar gedaan.

Eerst ben ik voor mezelf opzoek gegaan naar de verschillen in deze 2 verhalen.

Ten eerste is er een verschil in volgorde van de schepping.
Gen. 1 eerst planten en dieren, daarna de mens, man en vrouw samen.
Gen. 2 eerst de man, dan planten en dieren, als laatste pas de vrouw.
Gen. 1 God wordt God genoemd, Gen. 2 God wordt de Heer God genoemd.
Gen. 1 hemel en aarde, Gen. 2 aarde en hemel.
Gen. 1 mens heeft geen naam, Gen. 2 de man heet Adam en de vrouw Eva.

En toch is het al jaren zo dat deze verhalen als een combinatie gelezen worden.

Dus hoe moet ik dit nu bekijken? Wel, eerst en vooral, natuurlijk zijn die verhalen verschillend, ze zijn in andere tijden geschreven en in andere omstandigheden. Bij Gen. 1 had men nood aan een eigen geloof en de bevestiging dat de mens door God geliefd is. Daar staat dat de mens is geschapen naar Gods evenbeeld.
Bij Gen. 2 moest de mens eens leren vanwaar dat hij kwam. Hij moet werken om zijn paradijs te maken en niet zomaar alles aannemen. Deze informatie heb ik ook met mijn leerlingen besproken. Dus om het heel kort te houden, lees deze verhalen niet als feit maar als inspiratie voor een gebeurtenis in je leven. (natuurlijk heb ik de les niet zo abrupt beƫindigd, we hebben dit samen besproken).

Dus hoe is mijn scheppingsgeloof?
Ik geloof erin dat God ons graag ziet, dat iedereen gelijk is aan elkaar. Maar wij moeten nederig zijn en weten dat we hard moeten werken om mooie dingen te hebben. Door het scheppingsverhaal hebben we een doel, zorgen voor de aarde en voor elkaar. Als mens moeten we onze verantwoordelijkheid opnemen. Ik zie het scheppingsgeloof niet als een wetenschappelijk feit, maar als een inspiratiebron bij levensvragen die je in je leven tegenkomt. Het scheppingsgeloof geeft me ook het gevoel dat we geliefd zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten