Tijdens mijn stage had ik het er
nog over met mijn leerlingen. Zij hadden er moeite mee om het scheppingsverhaal
te plaatsen. Dat had ik vroeger ook. Ze geloofden er niet in, “hoe kan een mens
nu uit klei gemaakt zijn, kijk het is warm en ik smelt toch niet” of “dat Eva
uit Adam gemaakt is, dat kan niet. Dan moeten alle vrouwen van een man komen en
dat is toch niet zo”, “Zijn wij vrouwen dan minder dan de mannen?”. “Ik geloof
daar allemaal niet in, wij komen van de apen en wij zijn gemaakt van
verschillende cellen”.
Allemaal heel goeie argumenten, ik
stelde mij vroeger ook veel vragen bij deze verhalen. Hoe moest ik daar nu in
geloven als een andere leerkracht het had over de aap en de evolutie van de
mens. Ik kreeg geen antwoorden op mijn vragen, dus liet ik het
scheppingsverhaal vaak links liggen. Door de jaren heen en vooral de laatste
paar jaren heb ik geleerd hoe ik naar de Bijbelse verhalen moet kijken. Dus
besloot ik als leerkracht wel de uitdaging aan te gaan i.v.m. onze
scheppingsverhalen.
Ik had deze uitdaging nooit
aangekund als ik mijn geloof niet eerst zelf onder handen had genomen. Dat had
ik gelukkig dit jaar gedaan.
Eerst ben ik voor mezelf opzoek
gegaan naar de verschillen in deze 2 verhalen.
Ten eerste is er een verschil in
volgorde van de schepping.
Gen. 1 eerst planten en dieren,
daarna de mens, man en vrouw samen.
Gen. 2 eerst de man, dan planten en
dieren, als laatste pas de vrouw.
Gen. 1 God wordt God genoemd, Gen.
2 God wordt de Heer God genoemd.
Gen. 1 hemel en aarde, Gen. 2 aarde
en hemel.
Gen. 1 mens heeft geen naam, Gen. 2
de man heet Adam en de vrouw Eva.
En toch is het al jaren zo dat deze
verhalen als een combinatie gelezen worden.
Dus hoe moet ik dit nu bekijken?
Wel, eerst en vooral, natuurlijk zijn die verhalen verschillend, ze zijn in
andere tijden geschreven en in andere omstandigheden. Bij Gen. 1 had men nood
aan een eigen geloof en de bevestiging dat de mens door God geliefd is. Daar
staat dat de mens is geschapen naar Gods evenbeeld.
Bij Gen. 2 moest de mens eens leren
vanwaar dat hij kwam. Hij moet werken om zijn paradijs te maken en niet zomaar
alles aannemen. Deze informatie heb ik ook met mijn leerlingen besproken. Dus om
het heel kort te houden, lees deze verhalen niet als feit maar als inspiratie
voor een gebeurtenis in je leven. (natuurlijk heb ik de les niet zo abrupt beƫindigd,
we hebben dit samen besproken).
Dus hoe is mijn scheppingsgeloof?
Ik geloof erin dat God ons graag
ziet, dat iedereen gelijk is aan elkaar. Maar wij moeten nederig zijn en weten
dat we hard moeten werken om mooie dingen te hebben. Door het scheppingsverhaal
hebben we een doel, zorgen voor de aarde en voor elkaar. Als mens moeten we
onze verantwoordelijkheid opnemen. Ik zie het scheppingsgeloof niet als een
wetenschappelijk feit, maar als een inspiratiebron bij levensvragen die je in
je leven tegenkomt. Het scheppingsgeloof geeft me ook het gevoel dat we geliefd
zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten