In het begin:
Godsdienst
was altijd voor mij een bijzonder vak. Eerst in het lager, daar kreeg ik al die
wonderbaarlijke verhalen te horen. In het middelbaar hadden we verscheidene
godsdienstleerkrachten, elk met hun eigen visie op het vak godsdienst.
Wat
mij vooral is bijgebleven uit mijn jeugd is een catechese, deze hadden we van
onze pastoor. Een oude man, die wel iets wist over preken. Maar van hem kreeg
ik voor de eerste een andere kijk op de Bijbelsverhalen. We waren aan het
lachen met het verhaal over ‘de vurige tongen’ (één van de weinige momenten dat
je durfde lachen, want meneer pastoor was streng). Hij werd inderdaad boos en
vertelde ons dat we die verhalen eens anders moesten bekijken, dat je ze niet
letterlijk mag nemen. Vanaf dat moment wist ik dat het lezen van de Bijbel
anders kon. In het middelbaar werd deze manier niet altijd toegepast, ik vond
het spijtig, wanneer we alleen maar het ‘Onze Vader’ uit het hoofd moesten
leren. Ik wist dat ik het anders wou doen en dat ik godsdienst leerkracht wou
worden. Maar op het einde van mijn middelbare school vertelde de godsdienstleerkracht
dat ik spijtig genoeg niet in aanmerking kwam. Ik had geen ASO gedaan en kon
dus geen Latijn. Volgens hem één van de vereisten om godsdienst te mogen geven,
alhoewel ik niet veel Latijnse woorden gehoord had tijdens zijn lessen.
Dus
mijn droom stak ik in een doosje en ik ging verder met mijn leven.
De inschrijving:
Bij
het inschrijven voor deze opleiding werd me voorgesteld dat ik godsdienst zou
kiezen. Ik weet nog dat ik heel verbaasd was en vroeg of dit wel zomaar kon.
“Natuurlijk” was het antwoord, eindelijk kon ik het vak kiezen wat ik zolang
geleden met heel veel spijt in een doosje had gestoken.
De zoektocht na kennis:
Dit
is mijn 2de jaar dat ik met deze opleiding bezig ben en in het
instroomjaar werd mij al heel duidelijk dat ik nog veel moest leren. Daarom koop
ik heel veel boeken, tijdschriften, ga vaak naar de bibliotheek en heb ik heel
veel Dvd’s over Bijbelsverhalen. Maar niet alleen de verhalen, ook de zoektocht
die sommige mensen doen naar een uitleg over gebeurtenissen in de Bijbel, ook
die Dvd’s vind ik interessant om te bekijken en daarna uit te maken voor mezelf
of dat wel mogelijk zou zijn. Ook zoek ik vaak naar interessante sites over
godsdienst, de Thomas site is geweldig, alleen verlies ik mezelf er vaak in. Er
staat zoveel informatie op, soms is het te veel en kan ik moeilijk kiezen.
Ik
ben ook iemand die altijd nieuwsgierig geweest is naar het geloof van iemand
anders. Vaak heb ik met Moslims gesproken over hun geloof en hoe zij die
beleven. Telkens merk ik dat iedereen anders omgaat mijn zijn/haar geloof.
Iedereen beleeft zijn geloof anders. Je kan een mens niet zeggen hoe hij/zij
moet geloven, geloof moet groeien, je kan alleen iemand onderweg helpen met
vragen rond het geloof. Net daar vind ik dat een leerkracht godsdienst er moet
zijn voor zijn/haar leerlingen. Een goede leerkracht godsdienst voor mij moet
openstaan voor wat anders is en de leerlingen begeleiden in hun weg. Hen leren omgaan
met geloven en de maatschappij.
Een
paar jaar geleden ben ik naar Egypte geweest, alleen maar omdat ik het fascinerend
vind hoe in sommige culturen men zoveel goden kan aanbieden. Ik wil dan meer
weten, hoe denken ze bv. over leven en dood. Welke goden hebben ze allemaal,
enz…
Ook
ben ik in december naar Canterbury geweest, gewoon omdat ik vond dat dit paste
in het vak godsdienst. Mijn mama is van Engelse afkomst en de Engelse kerk
heeft mij altijd al kunnen boeien. Hoe 1 man zomaar op 1 moment beslist om een
kerk te beginnen.
Ik
zoek en zie gewoon overal iets wat met godsdienst te maken heeft, is het nu in
een liedje een gebeurtenis. Het maakt niet uit, als toekomstige leerkracht
godsdienst heb ik nog een hele weg af te leggen. Er is nog zoveel wat ik moet
leren en wil leren. Mijn kinderen helpen mij hierbij, in het dagelijks leven
zijn zij een heel belangrijk iets. Vaak lezen we in een kinderbijbel, of
tekenen we iets wat met godsdienst te maken heeft. Met mijn oudste dochter
bespreek ik dan vaak deze verhalen, want zij heeft hier 1001 vragen over. We
gaan ook af en toe naar de kerk en daarna praten we over wat meneer pastoor
gezegd heeft. Over hoe hij laatst zei dat Jezus haar vriend was en hoe kon dat
als ze haar vriend dan nooit zag, maar tegelijk was ze zo fier dat Jezus haar
vriend was. Ook haar begeleiden in haar geloof vind ik belangrijk, net zo
belangrijk als het begeleiden van mijn leerlingen.
Ik
ben en adem mijn vak godsdienst, ook al word ik vaak raar bekeken of krijg ik
opmerkingen over mijn keuze. Iedereen heeft recht op zijn/haar menig en ik zal niemand
ervoor beoordelen. Ook grappen die men maakt over godsdienst maken mij niet
boos. Lachen is gezond en als men een grapje kan maken over godsdienst dan is
men er toch op een zekere manier mee bezig. Iedereen zijn/haar visie en
opmerkingen over geloven en godsdienst zijn welkom bij mij. Ik sta open voor
alles wat met godsdienst te maken heeft en ik ga graag een gesprek aan over dit
onderwerp.
Voor
godsdienst is mij niets te veel.