Powered By Blogger

maandag 7 mei 2012

Vakverrijking deel 1


In het begin:

Godsdienst was altijd voor mij een bijzonder vak. Eerst in het lager, daar kreeg ik al die wonderbaarlijke verhalen te horen. In het middelbaar hadden we verscheidene godsdienstleerkrachten, elk met hun eigen visie op het vak godsdienst.

Wat mij vooral is bijgebleven uit mijn jeugd is een catechese, deze hadden we van onze pastoor. Een oude man, die wel iets wist over preken. Maar van hem kreeg ik voor de eerste een andere kijk op de Bijbelsverhalen. We waren aan het lachen met het verhaal over ‘de vurige tongen’ (één van de weinige momenten dat je durfde lachen, want meneer pastoor was streng). Hij werd inderdaad boos en vertelde ons dat we die verhalen eens anders moesten bekijken, dat je ze niet letterlijk mag nemen. Vanaf dat moment wist ik dat het lezen van de Bijbel anders kon. In het middelbaar werd deze manier niet altijd toegepast, ik vond het spijtig, wanneer we alleen maar het ‘Onze Vader’ uit het hoofd moesten leren. Ik wist dat ik het anders wou doen en dat ik godsdienst leerkracht wou worden. Maar op het einde van mijn middelbare school vertelde de godsdienstleerkracht dat ik spijtig genoeg niet in aanmerking kwam. Ik had geen ASO gedaan en kon dus geen Latijn. Volgens hem één van de vereisten om godsdienst te mogen geven, alhoewel ik niet veel Latijnse woorden gehoord had tijdens zijn lessen.

Dus mijn droom stak ik in een doosje en ik ging verder met mijn leven.


De inschrijving:

Bij het inschrijven voor deze opleiding werd me voorgesteld dat ik godsdienst zou kiezen. Ik weet nog dat ik heel verbaasd was en vroeg of dit wel zomaar kon. “Natuurlijk” was het antwoord, eindelijk kon ik het vak kiezen wat ik zolang geleden met heel veel spijt in een doosje had gestoken.

De zoektocht na kennis:

Dit is mijn 2de jaar dat ik met deze opleiding bezig ben en in het instroomjaar werd mij al heel duidelijk dat ik nog veel moest leren. Daarom koop ik heel veel boeken, tijdschriften, ga vaak naar de bibliotheek en heb ik heel veel Dvd’s over Bijbelsverhalen. Maar niet alleen de verhalen, ook de zoektocht die sommige mensen doen naar een uitleg over gebeurtenissen in de Bijbel, ook die Dvd’s vind ik interessant om te bekijken en daarna uit te maken voor mezelf of dat wel mogelijk zou zijn. Ook zoek ik vaak naar interessante sites over godsdienst, de Thomas site is geweldig, alleen verlies ik mezelf er vaak in. Er staat zoveel informatie op, soms is het te veel en kan ik moeilijk kiezen.

Ik ben ook iemand die altijd nieuwsgierig geweest is naar het geloof van iemand anders. Vaak heb ik met Moslims gesproken over hun geloof en hoe zij die beleven. Telkens merk ik dat iedereen anders omgaat mijn zijn/haar geloof. Iedereen beleeft zijn geloof anders. Je kan een mens niet zeggen hoe hij/zij moet geloven, geloof moet groeien, je kan alleen iemand onderweg helpen met vragen rond het geloof. Net daar vind ik dat een leerkracht godsdienst er moet zijn voor zijn/haar leerlingen. Een goede leerkracht godsdienst voor mij moet openstaan voor wat anders is en de leerlingen begeleiden in hun weg. Hen leren omgaan met geloven en de maatschappij.

Een paar jaar geleden ben ik naar Egypte geweest, alleen maar omdat ik het fascinerend vind hoe in sommige culturen men zoveel goden kan aanbieden. Ik wil dan meer weten, hoe denken ze bv. over leven en dood. Welke goden hebben ze allemaal, enz…

Ook ben ik in december naar Canterbury geweest, gewoon omdat ik vond dat dit paste in het vak godsdienst. Mijn mama is van Engelse afkomst en de Engelse kerk heeft mij altijd al kunnen boeien. Hoe 1 man zomaar op 1 moment beslist om een kerk te beginnen.

Ik zoek en zie gewoon overal iets wat met godsdienst te maken heeft, is het nu in een liedje een gebeurtenis. Het maakt niet uit, als toekomstige leerkracht godsdienst heb ik nog een hele weg af te leggen. Er is nog zoveel wat ik moet leren en wil leren. Mijn kinderen helpen mij hierbij, in het dagelijks leven zijn zij een heel belangrijk iets. Vaak lezen we in een kinderbijbel, of tekenen we iets wat met godsdienst te maken heeft. Met mijn oudste dochter bespreek ik dan vaak deze verhalen, want zij heeft hier 1001 vragen over. We gaan ook af en toe naar de kerk en daarna praten we over wat meneer pastoor gezegd heeft. Over hoe hij laatst zei dat Jezus haar vriend was en hoe kon dat als ze haar vriend dan nooit zag, maar tegelijk was ze zo fier dat Jezus haar vriend was. Ook haar begeleiden in haar geloof vind ik belangrijk, net zo belangrijk als het begeleiden van mijn leerlingen.

Ik ben en adem mijn vak godsdienst, ook al word ik vaak raar bekeken of krijg ik opmerkingen over mijn keuze. Iedereen heeft recht op zijn/haar menig en ik zal niemand ervoor beoordelen. Ook grappen die men maakt over godsdienst maken mij niet boos. Lachen is gezond en als men een grapje kan maken over godsdienst dan is men er toch op een zekere manier mee bezig. Iedereen zijn/haar visie en opmerkingen over geloven en godsdienst zijn welkom bij mij. Ik sta open voor alles wat met godsdienst te maken heeft en ik ga graag een gesprek aan over dit onderwerp.

Voor godsdienst is mij niets te veel.




Euthanasie voor kinderen


Ik had het al op het nieuws gezien, nu vandaag staat het in de krant. Arme kleine Ella-Louise, in het zelfde jaar als mijn Emma geboren. Ik weet hoeveel ik van mijn baby hou en hoe ik van elk moment met haar geniet. Elke ouder zou zo zorgeloos moeten kunnen genieten van hun kindje. Elk kindje zou een zorgeloos en vooral pijnloos leventje moeten kunnen hebben.

Maar je kindje zien aftakelen, zien hoeveel pijn zij heeft. Woorden kan ik er niet voor vinden, alleen maar tranen komen er. Alsof zij mijn woorden zijn, mijn stille woorden, voor die arme ouders en hun dochtertje. Wat kan ik hen anders zeggen dat hun pijn minder zou maken. Je kind moeten afstaan is zo onnatuurlijk en toch gebeurd het.

Als men over euthanasie sprak, dan dacht ik heel naïef aan oudere mensen. Maar ik maakte nooit de verbinding naar kinderen. Ergens was er bij  mij een kleine tweestrijd aan de gang, langs de ene kant vind ik dat je waardig moet kunnen sterven en heeft God ons niet de middelen gegeven om te doen wat we nu allemaal kunnen doen? Zou God ons zover in de wetenschap hebben laten komen als hij niet wou dat we levens konden reden of mensen waardig laten gaan?

Soms hoorde ik mensen zeggen  “tja, het is ons eigen schuld we moesten maar niet van de appel gegeten hebben, dan was er niet zoveel pijn. Dat is onze straf” of “Dat is God die wil dat je zo afziet en daar kunnen/mogen we niets aandoen”. Ergens had ik ook zoiets van, tja als God beslist dat ik moet afzien dan is dat zo, maar als ik aan de mensen denk die achter blijven. Dan denk ik heel anders, waarom moeten ze mij zo herinneren. Een herinnering aan mij in zoveel pijn, terwijl er zoveel  mooie herinneringen zijn.

Dus als ik moet afzien, dan vind ik dat minder erg dan als iemand die ik lief heb moet afzien. Ik zou alles doen om de pijn van mijn dierbare te verzachten en kon ik het wegnemen dan zou ik dat ook nog doen. Ik zou het zelfs overnemen als het moest.

Meer en meer ben ik van gaan geloven, dat God wel naar ons luistert in onze moeilijkste momenten. Hij straft niet, hij heeft ons niet verlaten, hij hoort ons wel. De vraag is luisteren wij wel, zien wij het niet een beetje te donker? Is euthanasie niet zijn teken om te zeggen “hier lieve kinderen van me jullie moeten niet afzien, ik ben jullie niet vergeten, ik straf jullie niet en ik luister wel naar jullie”.
Of is die een naïeve gedachten van me? Zie ik het misschien te simpel?

Maar vooral bij kinderen denk ik dat hij niet zou willen dat ze moesten afzien. Daarom ben ik nu voor een wet die euthanasie toelaat. En vooral bij kinderen, zo moet niemand afzien en zeker niet als we de middelen hebben om die laatste dagen van pijn weg te nemen.  Nu mag je tegen mij zeggen dat wij niet het recht hebben om God te spelen, maar volgens mij heeft God ons de toelating gegeven om de pijn te verzachten, bij de stervende en bij die wat achter blijven.

zondag 6 mei 2012

1 van de 6 groten

1 ding moet je goed begrijpen over mij en mijn familie. Ik zie mijn familie in Engeland niet vaak, maar vroeger heb ik daar een groot deel van mijn zomervakantie doorgebracht. En niet vaak zien betekent niet dat zij mij niet dierbaar zijn, in tegendeel zij zijn mij heel dierbaar. Ik voel me beter bij mijn familie in Engeland dan hier.

We zijn met veel neven en nichten, rond mijn leeftijd zijn we met 6 en dan waren er enkele jaren geen kinderen meer. Daarna was er een groepje van 5. De 5 kleintjes en de 6 groten. Nu die 6 groten hebben een speciale band, als we samenkomen dan klikt het keer op keer. Het is alsof ik thuis kom als ik ben hen ben. 

Nu is er 1 van ons ziek, leukemie, heel toevallig gevonden. Ze heeft 1 broer (een halve broer) mijn neef, hij heeft zijn bloed al laten trekken. Maar moest er geen overeenkomst zijn en kunnen zijn beenmerg niet gebruiken wat dan? 

Langs één kant moet ik helemaal niet nadenken over wat ik zou doen, maar aan de andere kant komen er zoveel dingen op mij af waar ik wel moet over nadenken. En eigenlijk wil ik niet aan die dingen denken, ik wil er gewoon zijn voor mijn nicht, zoals mijn neven en nichten er voor mij zouden zijn.

Het liefst van al wil ik gewoon wat tijd voor mezelf geen gezeur van de wereld rondom mij, maar het leven gaat verder en ik zal mijn verplichtingen moeten nakomen. Maar ik wil zo graag die tijd om alles op een rijtje te zetten, om de dingen waar ik moet over nadenken eens op rijtje te zetten.

Ik hoop zo dat mijn neef haar kan helpen. Het is mooi om te zien hoe een broer gewoon alles wil doen om zijn zus te helpen. Maar het zijn ook bange tijden, we hebben alleen mijn opa en oma en enkele hele oude tantes en ooms (van mijn moeder) moeten afgeven. Mijn tantes en ooms zijn er nog (in Engeland) ik had de laatste tijd schrik dat ik één van hen zou moeten gaan afgeven, met dat ik mijn oom hier in België heb moeten afgeven. Maar ik had nooit gedacht dat 1 van de 6 groten dit zou moeten meemaken.