Ik heb voor een kortfilmpje van Aniboom gekozen, One Life van Corey Hayes.
Deze keuze leek mij gepast als je aan de tijd van het jaar denkt, Allerheiligen. De tijd waarmee we onze geliefde die van ons heengegaan zijn herdenken. Ze zijn dood maar niet vergeten, je bent pas echt dood als iedereen je vergeten is. Dus als er zelf nog maar 1 persoon is die eventjes aan je denkt dan leef je nog in hun gedachten verder.
Maar ik heb dit ook niet alleen gekozen omdat het Allerheiligen is, neen er is ook een persoonlijke motivatie voor deze keuze.
Begin dit jaar heb ik mijn oom (Pepe voor de kinderen) verloren. Hij was een uitzonderlijke man, die geen onderscheid maakte tussen de mensen, iedereen werd door hem met respect behandeld. Hij was ook recht voor de raap, hij zei het gelijk het was, ook al apprecieerde niet iedereen dit. Zijn lijdensweg was pijnlijk zowel fysiek als geestelijk, hij maakte zich constant zorgen over mijn tante, wie zou voor haar zorgen, wie zou er voor haar zijn? Ze hebben dan wel 4 kinderen en heel veel kleinkinderen (waarvan er 2 bij hun wonen). Ook mijn tante haar broer (mijn vader) en haar zus wonen naast haar. Dus ook wij zijn er voor haar. Wij hebben hem ook gerustgesteld dat wij er voor haar zullen zijn. Fysiek omdat hij kanker had en hij heeft er heel hard tegen gevochten. Ik herinner mij dat ik hem bij Nieuwjaar nog zo had horen lachen (de muren tussen onze huizen zijn niet zo dik) en dit was de laatste keer dat ik zijn gelach zou horen. Toen besefte ik dat nog niet, ik dacht dat hij zijn gevecht wel zou winnen, hij was sterk en een leven zonder hem kon niemand zich voorstellen. Je inbeelden dat het nu al voorbij is en dat het zo vlug gaat het leven. Als er iemand sterft besef je dat telkens weer, maar ook de manier waarop je over het leven denkt veranderd naarmate je ouder word. Als tiener was ik droevig en boos als er iemand stierf, waarom moest net dit persoon gaan? Maar als tiener kon ik mij er precies beter overheen zetten. Niet dat ik die personen vergeten ben helemaal niet, ik vind het nog steeds vreemd als ik naar Engeland ga en mijn Grandad is er niet. Als ik terug denk aan die laatste zomer dat ik hem zag, hebben hij en ik nog goed gebabbeld en in november is er hij gestorven, ik ben ook niet naar zijn begrafenis kunnen gaan. Dus echt afscheid genomen heb ik niet gedaan, alhoewel als ik aan mijn laatste gesprek met hem terug denk, was het alsof hij het wist. Alsof hij al afscheid genomen had, maar als tiener zie je dat niet. Nu als ik terug denk eraan dan zie ik dit wil zo. Dus mijn kijk op de dood is toch wel veranderd. Ik sta er echt bij stil dat mijn oom al weg is, ik vraag me af waar hij naartoe is, vroeger als tiener dacht ik die is naar de hemel en punt uit. Maar nu vraag ik me af is hij daar wel naartoe, wat staat er mij te wachten. Als ik aan de hemelpoort sta, wie gaat er dan voor mij daar staan? Wie ga ik zien, ga ik eindelijk mijn 2 oma’s leren kennen, ik heb ze nooit gekend, dus ik weet eigenlijk niet wat een oma is. Ik had wel het geluk dat ik 2 super opa’s had. Het besef dat het leven zo vlug voorbij is schrik me toch meer dan vroeger, ik besef dat ik ook ouder word, ik ben niet meer de tiener die alle tijd heeft. En mijn gedachten gaan uit naar mijn tante die nu haar eerste Allerheiligen moet doorstaan zonder mijn oom. De eerste Allerheiligen waarbij hij herdacht wordt.
Raar, heel raar dat hij er nu al niet meer is.
Ook mijn gedachten gaan naar mijn vriendin, die in 2003 haar 3 maanden oude zoontje heeft moeten afgeven. De pijn die zij toen heeft moeten doorstaan, de dingen die zij mij toen heeft verteld. De keuze die zij toen heeft gemaakt om zijn organen af te staan en de reactie die ze erop kreeg van andere mensen. De meeste vonden het raar dat ze die keuze kon maken. Ik bewonder haar voor de keuze. Het was hard vertelde zij mij, maar zo had zijn leven toch een betekenis. Zij was niet kwaad op God omdat hij haar zoontje had teruggenomen. Neen, zij bedankte hem dat zij voor 3 maanden zo een prachtig baby’tje had mogen hebben. Ik vind haar nog steeds zo moedig, bij elke gebeurtenis die er is, de kinderen in hun dorp die van zijn leeftijd zijn die hun eerste communie doen, voor eerst naar school gingen toen hij moest gaan. Allemaal gebeurtenissen die haar weer confronteerde met het feit dat zij dit niet met hem mocht meemaken. En alles wat ik kon doen voor haar was er voor haar zijn, naar haar luisteren, maar wat kon ik zeggen, wat kon ik doen? Ik kon dit niet beter maken, er was geen oplossing, we moeten verder. Het leven gaat door, maar wat betekent het leven nu eigenlijk? Begrijpen wij het leven wel, willen we leven en dood wel begrijpen? Zijn wij zelf verantwoordelijk voor de betekenis van ons leven?
Ik denk dat ook aan het verhaal “Jezus gaat dood” (Marcus 15,16-47). Ook al hoort dit bij het Paasverhaal, toch vind ik dat je dit als leerkracht ook hier kan gebruiken, als je je bedoelingen goed aan de leerlingen uitlegt.
Jezus word ter dood veroordeelt, nooit meer met zijn vrienden samen zijn, nooit meer lachen. Aan de dood valt niet te ontsnappen. Dat moet mijn oom toch ook gevoeld hebben?
Het stuk waar een man word aangeduid om het kruis te helpen dragen, dat staat bij mij voor iemand die je helpt in je tijd van lijden. Iemand die er voor je is, iemand die de last bij je mee draagt.
De vrouwen die naast de kant staan, die radeloos naar hem kijken, hem willen helpen maar ze kunnen niet. Weten dat je tijd er aan komt is hard, maar voor de mensen rondom je moet dit ook wel hard zijn, hoe kon mijn tante mijn oom helpen, hoe kon ik mijn vriendin haar kruis helpen dragen?
“Hij hoeft nu geen pijn meer te hebben en geen angst. Hij mag dood zijn. Hij hoeft niet meer te lijden.” Dit denken wij meestal toch als iemand sterft, hij hoeft nu niet meer te lijden.
Het graf dat Jozef van Arimatea voor zichzelf gekocht had, dat gaf hij nu aan Jezus want die ging voor. Mijn vriendin heeft haar zoontje naast het graf van opa begraven een graf waar ze zo blij mee waren dat ze hadden, want dan lag hij niet alleen, want hij was nog zo klein. Nu was hij bij zijn opa, het gaf mijn vriendin een soort van gerustheid. Ook bij de begrafenisondernemer, het mee kunnen helpen aan zijn laatste slaaptijd, zijn kleertjes kiezen, hem aandoen, ze vroeg zich af of hij het wel warm genoeg zou hebben. Zijn dekentje ging mee, want daar sliep hij altijd zo goed onder, zijn knuffeltje die ze voor zijn geboorte voor hem had gekocht, zijn fopspeentje die hij altijd nodig had om in slaap te vallen ging met hem mee. Dat beeld vergeet ik nooit, het was alsof zijn mama hem gewoon te slapen gelegd had, hij had zelfs een glimlachje op zijn gezichtje, hij leek zo vredig.
Dit zou volgens mij goed passen in het leerplan van een eerste jaar, eerste graad. De levenscyclus kunnen we bespreken, hoe kijken andere geloven hierna, hoe kijken wij eraan. Hoe zijn wij het leven? Hoe besteden wij de tijd die ons gegeven is? Hoe is Allerheiligen ontstaan?